Transitievergoeding bij tijdelijke contracten

10 april 2015

Bij ontslag van een werknemer is vanaf 1 juli 2015 een transitievergoeding verschuldigd als het dienstverband minstens 24 maanden (2 jaar) heeft bestaan. Dit geldt niet alleen bij ontslag, maar ook als u het dienstverband voor bepaalde tijd niet voortzet. Dit volgt uit de Wet werk en zekerheid (Wwz), die met ingang van 1 juli 2015 in werking zal treden.

Bent u op de hoogte wat dit voor uw onderneming betekent?

Als gevolg van de Wwz wijzigt vanaf 1 juli 2015 het ontslagrecht. Doel van deze wet is het arbeidsrecht aan te passen aan de veranderende arbeidsverhoudingen in de samenleving. De wijzigingen in het ontslagrecht zullen gevolgen hebben voor uw onderneming en het kan noodzakelijk zijn om nieuw ontslagbeleid te ontwikkelen voor uw bedrijfsvoering. Overigens heeft de Wwz niet alleen gevolgen voor het ontslagrecht maar ook voor de regelgeving van tijdelijke arbeidsovereenkomsten. De wijzigingen op het gebied van tijdelijke arbeidsovereenkomsten zijn al per 1 januari 2015 in werking getreden.

Transitievergoeding vervangt kantonrechtsformule

Een van de meest opvallende wijzigingen in het ontslagrecht is dat vanaf 1 juli 2015 de kantonrechtersformule wordt vervangen door de transitievergoeding, die in de meeste gevallen voor werkgevers goedkoper is. De transitievergoeding bedraagt bij een dienstverband tot 10 jaar een derde maandsalaris per gewerkt dienstjaar. Voor ieder jaar dat het dienstverband langer heeft geduurd dan 10 jaar bedraagt de transitievergoeding een half maandsalaris. Ook kent de vergoeding een maximum.

Tijdelijke contracten

Vanaf 1 juli 2015 moet u bij ontslag van een werknemer in beginsel een transitievergoeding betalen als het dienstverband minstens 24 maanden (2 jaar) heeft bestaan. Dit geldt niet alleen bij ontslag, maar ook als u het dienstverband voor bepaalde tijd niet voortzet. Voor het bepalen van het recht op en de hoogte van de transitievergoeding tellen arbeidsovereenkomsten die elkaar met een tussenpoos van ten hoogste zes maanden hebben opgevolgd mee. De perioden gelegen tussen de arbeidsovereenkomsten tellen niet mee voor het bepalen van de periode van twee jaar. Dit heeft tot gevolg dat als een werknemer in drie jaar tijd telkens zeven maanden per jaar heeft gewerkt (21 maanden) er bij ontslag geen recht op transitievergoeding bestaat.

Wetsvoorstel aanpak schijnconstructies

Wegens de onmiddellijke werking van de regeling van de transitievergoeding per 1 juli 2015 heeft de Tweede Kamer tijdens de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel aanpak schijnconstructies (Was) zorgen geuit over de positie van tijdelijke werknemers. Een mogelijk gevolg zou kunnen zijn dat werknemers (onder andere bij seizoensgebonden arbeid) geen nieuwe tijdelijke arbeidsovereenkomst zal worden aangeboden vanwege het verschuldigd zullen zijn van een transitievergoeding als een dergelijke arbeidsovereenkomst eindigt na 1 juli 2015.

Verzachtende maatregelen

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft daarop in het wetsvoorstel de volgende drie verzachtende maatregelen voorgesteld:

  1. Ten eerste is voorgesteld om een regeling te treffen op grond waarvan de werkgever (nog) geen transitievergoeding verschuldigd zal zijn als hij de werknemer de garantie biedt dat hij uiterlijk na zes maanden weer bij de werkgever aan de slag kan.
  2. Ten tweede is voorgesteld om overgangsrecht te treffen. Dit houdt in dat voor het bepalen van het recht op en de hoogte van de transitievergoeding arbeidsovereenkomsten die voor 1 juli 2012 zijn geëindigd en elkaar met een onderbreking van meer dan drie maanden hebben opgevolgd niet worden meegeteld. Arbeidsovereenkomsten die elkaar na de genoemde datum met een onderbreking van ten hoogste zes maanden opvolgen, tellen dus wel mee.
  3. Ook is voorgesteld dat als een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd voor, dan wel op of na 1 juli 2015 wordt aangegaan, de datum van 1 juli 2012 wordt verschoven naar 1 juli 2015. Dit geldt dus zowel voor het geval waarin op of na 1 juli 2015 een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd ontstaat, als voor het geval waarin in de periode vanaf 1 juli 2012 tot 1 juli 2015 een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is ontstaan. Het gevolg hiervan is dat arbeidsovereenkomsten die voor 1 juli 2015 zijn geëindigd en elkaar met een onderbreking van meer dan drie maanden hebben opgevolgd in dat geval niet worden meegeteld voor het recht op een transitievergoeding als de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd op een later moment wordt beëindigd.

Achtergrond

Het doel van de Was is het voorkomen van oneerlijke concurrentie tussen bedrijven, het versterken van de rechtspositie van werknemers en het onderbetalen van werknemers. De Tweede Kamer heeft de Was op 3 maart 2015 aangenomen. Nu is het nog wachten op goedkeuring van de Eerste Kamer alvorens het wetsvoorstel inwerking zal treden. Naar verwachting zal dit – net als de Wwz – op 1 juli 2015 zijn.

« | »